Bij het spinnen worden vezels in elkaar gedraaid waardoor ze onderling niet meer kunnen verschuiven en een draad vormen. Het om elkaar heen draaien, heet twisten. Om een nog sterkere draad te krijgen, kunnen twee of meer draden nogmaals om elkaar heen gedraaid worden: twijnen van draden.
Wat betekent twijnen?
(twijnde, heeft getwijnd), (ook: tweernen), garen, zijde dubbelen; twee (of meer) draden ineendraaien, tweernen.
Waarom twijnen?
Twijnen is in elkaar draaiden van meerdere (eenkele) draaden waarddoor een dikker en/of steviger garen ontstaat. Om het volume en de sterkte te verbeteren gebeurt twijnen meestal in de tegengestelde draairichting van het spinnen.
Wat is filament garen?
Dit zijn synthetische door de machine gemaakte garens. Deze garens worden kunnen eindeloos door een soort pers gehaald worden. De vorm van de gaten waar ze doorheen geperst wordt bepaalt hoe de garens of de stof er uiteindelijk uit gaat zien.
Wat is Kroezing?
Als het filamentgaren tot vezels gesneden wordt is de kroezing nodig voor het spinverband. De garens krijgen door het textureren een typisch “textielkarakter”, zoals een zachtere greep, een grotere poreusheid, een beter dekkend vermogen en tevens een groter warmte isolerend vermogen.
Wat zijn dierlijke vezels?
Dierlijke vezels zijn natuurlijke vezels afkomstig van schapen, kamelen, lama’s, konijnen, geiten, enz (wol) of van rupsen of spinnen (zijde).
Wat zijn natuurlijke textielvezels?
Natuurlijke vezels komen van planten, wol of draad uit de natuur. De bekendste voorbeelden zijn katoen, wol, bamboe, zijde en linnen. Elke natuurlijke stof heeft zijn eigen maakproces. Wol wordt van het dier geschoren en vervolgens ontward en gesponnen.
Welke groepen vezels zijn er?
Natuurlijke vezels
Plantaardige vezels. Zaadvezels: katoen. Bast- of stengelvezels: vlas (linnen), jute, hennep en ramie. Bladvezels: sisal. Vruchtvezels: kapok, kokosvezel. Stengels: Bies (Schoenoplectus)Dierlijk. wol, zijde.Mineraal. asbest, wollastoniet, turfwol.